artikel 11 APV:
Hoofdstuk 11. Dieren.
Art. 11.1 Verontreiniging door honden.
Art. 11.2 Aanlijngebod honden.
Art. 11.3 Verboden plaatsen voor honden.
Het is de rechthebbende op een hond verboden, deze op een voor kinderen bestemde openbare speelplaats of speelweide te laten verblijven dan wel op andere door Burgemeester en Wethouders aangewezen plaatsen.
Art. 11.4 Muilkorf of -band voor honden.
Algemene Plaatselijke Verordening 1994 – 88 tweede aanvulling november 1997
wijziging artikel 11 APV:
Datum publikatie: 28-11-97
Gemeenteblad nr.: 91
Onderwerp: Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (opruimgebod hondenpoep)
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam brengen ter algemene kennis, dat de Gemeenteraad bij zijn besluit van 26 november 1997, nr. 725, heeft besloten, vast te stellen de volgende
Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening, vastgesteld bij zijn besluit van 30 november 1994, nrs. 675 en 865 (Gemeenteblad 1994, afd. 3, volgn. 140), en laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 17 september 1997, nr. 443 (Gemeenteblad 1997, afd. 3, volgn. 63).
Art. 11.1, tweede lid, onder a, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
motivatie van de wijziging artikel 11 APV:
Bron | : Raad |
Onderwerp | : Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (opruimgebod hondenpoep). |
Portefeuille | : Burgemeester |
Indicateur nr. | : 960290.1 AB |
Datum Raad | : 26-11-97 |
Besluit | : conform besloten |
Comm. van Advies | : Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken |
Datum CvA | : 11-11-97 |
Datum B&W | : 28-10-97 |
Datum publikatie | : 13-11-97 |
Gemeenteblad nr. | : 725 |
Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (opruimgebod hondenpoep).
Amsterdam, 13 november 1997.
Aan de Gemeenteraad
De bewoners van de binnenstad wensen de invoering van een algemeen opruimgebod als oplossing om de hondenpoepoverlast tegen te gaan. Dit werd duidelijk naar aanleiding van een prijsvraag (maart 1997), een festival (april 1997) en een enquete over de Hond in de Stad (juli 1997).
De thans vigerende Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kent slechts
een beperkt opruimgebod voor hondenpoep. Het gebod is niet van
toepassing op de goot van de rijweg (en andere door Burgemeester en
Wethouders aangewezen plaatsen).
Met het hiernavolgende voorstel tot wijziging van art. 11.1 van de APV
wordt bewerktstelligd dat in de binnenstad het opruimgebod ook voor de
goot van de rijweg gaat gelden. Voor stadsdelen geldt dit nieuwe regime
niet.
Ongewijzigd blijft dat zowel in de binnenstad als in stadsdelen plaatsen
kunnen worden aangewezen waar bet opruimgebod niet van toepassing is.
In het kader van bet algehele opruimgebod voor hondenpoep in de binnenstad
zullen aldaar voorzieningen worden gecreëerd, zoals uitlaatstroken en
hondenpoepplekken. Er is een handbavingsplan opgesteld waarin de
gebieden rondom deze nieuwe voorzieningen tot speerpuntgebieden zijn
aangewezen. De handhaving krijgt een prominente plaats in bet contract
tussen de Dienst Stadstoezicht en de Dienst Binnenstad.
De Commissie voor Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken heeft op
11 november 1997 met deze voordracht ingestemd.
Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit
te nemen:
De Gemeenteraad van Amsterdam,
Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 13 november 1997,
Besluit:
vast te stellen de volgende
Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening, vastgesteld bij zijn besluit van 30 november 1994, nrs. 675 en 865 (Gemeenteblad 1994, afd. 3, volgn. 140), en laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 17 september 1997, nr. 443 (Gemeenteblad 1997, afd. 3, volgn. 63).
Art. 11.1, tweede lid, onder a, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: