Ontwikkeling   van   Amsterdam
 
English version gewijzigd  21-09-2010
Keitje's Home
Nederland
Amsterdam
 » ontwikkeling
    stadspaleis
    architektuur
    stadsmeubilair
    straatbeeld
    hondenpoep
    vervoer
    toerisme
    inspraak
Jordaan
Fotoserie
Archief
hondenpoep
the complainer

ontstaan     groei     handel     oorlog     erfgoed     en nu

 

ontstaan

Zo'n duizend jaar geleden waren grote gebieden van en rondom het huidige Amsterdam slechts moeras- en veengrond. Deze stonden grotendeels onder water, zodat van het begin af aan het vervoer over water plaatsvond.
De oudste en in die tijd tamelijk belangrijke nederzetting (stelle in de Frankische taal genoemd) met kerk en markt in de contreien van het tegenwoordige Amsterdam is het meer zuidelijk gelegen Aemstelle: het tegenwoordige Ouderkerk aan de Amstel.

Bij de ontwikkeling van het Amstelland (een grondgebied in eigendom van het rooms-katholieke bisdom Sticht Utrecht) hebben de Heren van Aemstel van de 11e tot het einde van de 13e eeuw een leidende rol gespeeld. De laatste van hen, Jan van Amstel, is door Joost van den Vondel bedicht in zijn Gijsbreght van Aemstel.

Op de kleine delta, gevormd door de rivier de Amstel (toen Ammerak geheten, waarbij aem en rak in oud-Fries respectievelijk (rivier)monding en het grote water betekenen) die hier in Het IJ uitmondt en door de rivier de Boerenwetering (nu de Nieuwezijds Voorburgwal) die bij de huidige Nieuwezijds Kolk in de Amstel stroomt, ontstaan in de 11e eeuw enkele kleine gehuchten. Met de korte verbinding van het IJ naar de vlakbij ten noordoosten van de stad liggende turbulente Zuiderzee is het telkens weer vechten geblazen tegen de stormvloeden die de eerste nederzettinkjes bedreigen. Omstreeks de 12e naar 13e eeuwwisseling wordt een waterkering aangelegd waar de beide rivieren in het IJ uitmonden. Halverwege de 13e eeuw wordt een dam in de monding van het IJ gebouwd als strijd tegen het wilde water, waardoor er een goede laad- en loshaven ontstaat. Met deze zo ontstane Plaetse of ook wel d'Ammerak genoemd is tegelijk het Hart van Amsterdam geboren, nu bekend als het Damplein. Ook ontstaat er een gehucht bij de huidige Wallen en worden er tegelijkertijd langs de Amstel dijken aangelegd.

Deze paar gehuchten tezamen vormen midden 14e eeuw de basis voor de eerste nederzetting van Amsterdam welke voor het eerst in een geschrift van 1275 wordt genoemd: in dat jaar verleent graaf Floris V van Holland een tolprivilege aan de 'lieden wonende te Aemstelledam'.
Let wel, het woord Aemstelledam hoeft in principe niets te maken te hebben met de rivier de Amstel, maar kan ook een samenvoeging zijn van de eerder genoemde woorden aem, stelle en dam.

Nadat Amsterdam in 1300 of 1301 stadsrechten krijgt, moet ze deze een paar jaar later weer tijdelijk inleveren; mogelijk omdat de stad in 1304 enkele weken onderdak verschaft aan de laatste Heer Jan van Amstel alvorens deze definitief verslagen wordt. In 1306 krijgt Amsterdam voorgoed haar stadsrechten: ze mag zichzelf besturen, onafhankelijk van Bisschop, Graaf en Heer.
Eeuwenlang zal het (telkens voor een jaar gekozen) bestuur bestaan uit vier burgemeesters en de vroedschap, zijnde een elitaire groep van 36 kooplieden. Deze voeren alle stadstaken uit behalve de rechtspraak. Voor deze laatste kiest men een schout en 7 tot 9 schepenen.

De stad is vrij jong en klein in vergelijking met andere, veel grotere steden van dat moment zoals Haarlem, Leiden, Nijmegen, Utrecht en Dordrecht. Echter, in het midden van de 15e eeuw is Amsterdam sterk in opkomst en niet in de laatste plaats vanwege haar populariteit als bedevaartsoord door de vele mirakels.

De taal die in Amsterdam werd gesproken is van oorsprong Fries, maar door handel en zeevaart gaat het Nederduits grotendeels overheersen. In de 17e eeuw zorgt de immigratie van allerlei kulturen voor verschillende buurtgebonden tongvallen die duidelijk van elkaar te scheiden zijn. Twee eeuwen later spreekt nog de helft met de Amsterdamse tongvallen.

Door haar aantrekkingskracht moeten de stadsgrenzen steeds vergroot worden. In het begin zijn dat uitbreidingen met grachten en stadswallen ter bescherming. De termen Oudezijde en Nieuwezijde in benamingen van straten zijn geen tijdsaanduidingen maar slaan op de parochie-verdeling van de Oude en Nieuwe Kerk. De stadsuitbreiding welke vanaf 1612 plaatsvindt is destijds de grootste ter wereld (de stad wordt er anderhalf maal zo groot door) en, geïnspireerd door de Renaissance, probeert men een ideale stad te bouwen. Ze bestaat uit de halfcirkelvormige chique woonwijk nu bekend als de Grachtengordel, zijnde alles tussen de Herengracht en Prinsengracht, en uit de Jordaan die de bedrijfjes en bedrijven (zoals de lijnbanen) herbergt. Werden de eerste grachten gegraven ter verdediging, al gauw dienen ze vooral voor het transport van goederen. De drie grachten (Heren-, Keizers- en Prinsengracht) worden dan ook aangelegd als waterwegen voor hun nieuwe bewoners: de kooplieden, rijk geworden door de overzeese handel.

Enkele eeuwen lang vinden er geen noemenswaardige uitbreidingen plaats. De stad verkeert lange tijd in een economische crisis. Er is zelfs sprake van een bevolkingsafname: mensen vertrekken naar andere steden in Duitsland en België. Er heerst armoede en veel krottenwijken ontstaan.

Eind 19e eeuw besluit het stadsbestuur om een aantal grachten te dempen, met als voornaamste doel het opkomende paard-en-wagenverkeer van de kooplieden en handelaars te vergemakkelijken. Zo worden verscheidene grachten dichtgegooid. Als echter in 1901 de Reguliersgracht gedempt dreigt te worden, is het protest van de Amsterdamse bewoners zo groot dat men verder helemaal afziet van het vernietigen van de grachten.

In de 20e eeuw is er wederom een forse bevolkingsgroei en, samen met de vraag naar een groter woonoppervlak per persoon, verrijzen er grootschalige eenvormige wijken en vervolgens nieuwe en zelfstandige zogenaamde tuinsteden rondom Amsterdam.

Door het aanbrengen van stormvloedkeringen (grote sluisdeuren die bij nood de gracht- en riviermonden afsluiten van Het IJ) en de in 1932 gereed gekomen afsluitdijk die het IJsselmeer van de Waddenzee scheidt, is het waterprobleem mogelijk voorgoed bedwongen.

 

groei  van het oude centrum

Amsterdam begint zich na de 17e eeuw uit te breiden met het graven van grachten in de vorm van concentrische halve cirkels rondom de 13e eeuwse kern. Tsaar Peter de Grote is na een bezoek aan de stad in 1697 zo onder de indruk van de grachten en bruggen dat hij dit poldermodel als basis neemt voor zijn op moerasgrond te bouwen stad  Sint Petersburg.


  • 11e eeuw: enkele gehuchten
  • 1300: van Het IJ tot de Munt en binnen de Nieuwezijds en Oudezijds Voorburgwallen
  • 1380: oost: Oudezijds Achterburgwal
        west: Nieuwezijds Achterburgwal (nu Spui)
  • 1425: oost: nu Geldersekade en Kloveniersburgwal
  • 1450: west: Het Singel
  • 1585-1593: west, zuid: Herengracht
        oost: eilanden Uilen-, Valken- en Rapenburg
  • 1613: westelijke grachtengordel
  • 1614-1640: Jordaan
  • 1663: oostelijke grachtengordel
Binnenstad Amsterdam
zie Amsterdam groeien
groei van de oude stad
Dit hele gebied ligt binnen de Singelgracht en wordt nu Binnenstad van Amsterdam genoemd. Uitbreiding betekent ook elke keer weer het aanleggen van nieuwe dure vestingsmuren.
Merk hierbij op dat op de meeste kaarten van
Amsterdam het noorden naar beneden wijst.

 

handel

Handelen is altijd al de belangrijkste bron van inkomsten voor Amsterdam. Eerst wordt er vis en bier geëxporteerd en zout geïmporteerd, dit om de vis te conserveren (pekelen). Later komt de export van boter en kaas op gang en worden er kruiden en koffie geïmporteerd door de Vereniging Oostindische Compagnie (VOC), bijna twee eeuwen lang de machtigste onderneming in de Republiek der Nederlanden. Als opslag worden de nog immer bestaande monumentale pakhuizen gebouwd, waarvan de meesten nu in dure appartementen zijn veranderd. Met de ontdekking van Amerika begint de Nederlandse West Indische Company (WIC) in 1626 de slavenhandel van West Afrika naar Suriname en naar Noord Amerika; om deze op de plantages te laten werken die voornamelijk in handen zijn van Nederlandse immigranten. In 25 jaar tijd sterven meer dan 14.000 slaven tijdens de overtocht. Het is een misvatting om de slavenhandel als winstgevend te zien.

Deze 17e eeuw is voor Nederland en met name Amsterdam een Gouden Eeuw en wordt dan ook zo genoemd.

 

tweede wereldoorlog

Wij Nederlanders zijn gewend om onze overheden, ondanks gemopper, altijd te gehoorzamen. Ook plegen we veel liever verzet in de vorm van geschrift en protestactie, dan met praktijkgerichte daden. Als tussen 1940 en 1945 de joden en communisten uit het Amsterdamse ambtenarenapparaat worden gegooid, komen er dan ook geen protesten van de collega-ambtenaren. In Amsterdam is de politie graag bereid om de Duitsers te helpen en zijn de ambtenaren zeer volgzaam. Ook de Nederlandse Spoorwegen vinden het niet erg om met de nazi's samen te werken. Zelfs verraadt en plundert een aantal Amsterdamse burgers op een schandelijke manier hun eigen buren en buurtgenoten.
Zie Han van der Horst: De Lage Hemel, pag 155+.

Maar het merendeel van de Amsterdamse niet-joodse gemeenschap komt wél voor hen in opstand. Voor dit laatste geeft onze koningin Wilhelmina (wier rol tamelijk controversieel was tijdens WO 2, wat nog altijd een zeer delicaat onderwerp is) op 29 maart 1947 aan de moedige Amsterdamse stedelingen (niet aan het gemeentebestuur!) het recht om de volgende tekst aan het stadswapen toe te voegen:

    Heldhaftig, Vastberaden, Barmhartig


 




oude funderingen



kasteelmuur N.Z. Kolk
westelijke muur NZ Kolk




zuidwestburchtmuur N.Z. Kolk
zuidwest muur NZ Kolk




voczeemagazijn Oostenburg
VOC zeemagazijn
Oostenburg






ongerestaureerd
gevelstenen
gerestaureerd
erfgoed

Maart 1994 stuit men tijdens het graven bij de bouw van een groot nieuwbouw project Nieuwezijds Kolk op de stenen fundering van een oude vesting. Deze blijkt een uit de 13e eeuw stammende oude vestingmuur. Dat het om het kasteel van de Heren van Aemstel zou gaan, is niet aannemelijk. Het VVV (tegenwoordig ATB) is er voor om dit stuk erfgoed met een multi-mediashow commercieel uit te buiten. De archeologische dienst en wethouder Ruud Grondel willen een archeologisch museum bouwen bovenop de muurresten van dit oudste stenen gebouw van Amsterdam. De projectontwikkelaar wil zo snel mogelijk beginnen met zijn complex van woningen, winkels, kantoren, parkeergarage en hotel. Uiteindelijk wordt vanwege de gebruikelijke ontbrekende fondsen de zaak met zand dichtgegooid en gaat de geplande nieuwbouw bovenop het stuk erfgoed gewoon door. Als een vorm van conserveren voor het nageslacht.
De Amsterdamse archeologen hebben, na hun grondradaronderzoek in 1996, in nauwe samenwerking met de bouwers in dat gebied, in oktober 2002 via een gegraven tunnel wederom oude muurresten gevonden. Ditmaal aan de zuidzijde van het gebied. Door verder onderzoek in februari 2006 zijn de opgraving goed te reconstrueren. Het blijkt om een vierkant ommuurde vesting te gaan.
Zie ook Nieuwezijds Kolk en het nieuwe deel.

Op het in 1660 aangelegde haveneiland Oostenburg wordt in 2000 een scheepshelling van de VOC gevonden en halverwege 2001 komen de resten tevoorschijn van de scheepswerven waar de VOC tussen 1660 en 1800 ruim vijfhonderd grote houten schepen bouwde. Een jaar later wordt op hetzelfde terrein een klein deel van de fundering van het VOC-Zeemagazijn blootgelegd, indertijd het grootste gebouw in Europa, het knooppunt van de goederendistributie van de VOC. Al deze opgravingen zijn (de laatste wordt) met zand dichtgegooid en bebouwd.

De komst van de gevelsteen, die normaliter in het midden van de gevel boven de deur (later echter hoog in de gevel) wordt geplaatst, gaat zover terug als 1486. Ze werd gebruikt als adres en uithangbord voor handelaars en vaklieden en is ook niet typisch Amsterdams, maar komt ook in andere plaatsen voor zoals in Maastricht. De laatste decennia zijn er veel gerestaureerd en, hoewel vaak op historisch onjuiste lokaties, in de gevels teruggeplaatst. Sommigen zijn eenvoudig, anderen ingewikkeld en kleurrijk. En natuurlijk is er een vereniging voor, de VVAG (Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Gevelstenen).
De introductie van de huisnummers zoals we die nu kennen was niet voor Napoleon-II. In die tussentijd zijn er verschillende manieren van huis-nummering door de gemeente Amsterdam aangewend, allemaal op bureaucratisch-technische grondslag en vrijwel onbruikbaar voor het dagelijkse stadsleven.

Tijdens de tweede helft van de 20e eeuw is veel historische architektuur verdwenen door de vaak rigoureus uitgevoerde stadsvernieuwingen. Toch zijn er nog veel typische oude Amsterdamse gevels over in de oude binnenstad, in de grachtengordel met haar herenhuizen en beschilderde plafonds, en in de kleine straatjes van de Jordaan. Voor behoud en renovatie zet zich de VVAB (Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad) in.




archeologie bij de
Nieuwezijds Kolk

zuidwestburchtmuur N.Z. Kolk


zuidwestburchtmuur N.Z. Kolk


zuidwestburchtmuur N.Z. Kolk


zuidwestburchtmuur N.Z. Kolk






renovatie

 

en nu

Het huidige Amsterdam is een grote verzameling van grote en kleine projecten die allemaal duurder, langer en vrijwel tegelijk lijken uitgevoerd te moeten worden.



naar boven volgende pagina
©keitje ik klaag niet maar merk slechts op